Toegenomen reclames, onduidelijke gebruikers- en privacyvoorwaarden, de verhalen over het afluisteren van de NSA en natuurlijk het feit dat je schoonmoeder sinds kort op Facebook zit, zijn allemaal voldoende redenen om het blauwe gevaarte de rug toe te keren.
Natuurlijk zijn er voldoende commerciële alternatieven, maar de meeste hebben gelijksoortige problemen. Uitzonderingen zijn de open source-alternatieven, die niet alleen privacy hoog in hun vaandel hebben staan, maar met behulp van encryptie ook veiligheid en eigendom van jouw gegevens garanderen.
We lichten er vijf veelbelovende uit:
Alle hier beschreven sociale netwerken zijn decentraal van opzet: zo'n netwerk is niet op één locatie gesitueerd, maar bestaat uit een groep kleinere sociale netwerken die samen één geheel vormen. Iedereen die daar behoefte aan heeft, kan de software op zijn webserver zetten en zo zichzelf of meerdere mensen toegang geven.
Het aantal gebruikers op zulke servers verschilt naargelang het type sociale netwerk of de capaciteit van de server. Communicatie tussen de servers vind overal vrijwel onmiddellijk plaats, zodat het niet zal moeten uitmaken waar iemand zich bevindt. Net als bij e-mail.
Door de decentrale natuur van de hier beschreven sociale netwerken is de populariteit lastig tot helemaal niet te meten. Sommige netwerken proberen het wel te tellen, maar die statistieken zijn niet betrouwbaar. Om ons toch een algemene indruk van de populariteit te geven, hebben we gekeken naar de hoeveelheid openbare berichten en discussies. De daadwerkelijke populariteit kan anders zijn naarmate er meer verborgen activiteiten zijn.
1. Diaspora
Ongetwijfeld de bekendste van het stel is Diaspora. In 2010 hielden enkele Amerikaanse studenten een crowdfunding-actie voor een gedecentraliseerd privacy-vriendelijk Facebook-alternatief. De actie op Kickstarter kreeg veel media-aandacht omdat het in twaalf dagen tweehonderdduizend dollar wist op te halen in plaats van het streefbedrag van tienduizend dollar. En ze kregen ze zelfs een donatie van Mark Zuckerberg.
In 2011 ging de alpha-versie van Diaspora online, eerst alleen toegankelijk op uitnodiging en later voor iedereen. Diaspora werd een populair alternatief onder mensen die privacy en open-source belangrijk vinden. In november van dat jaar pleegde mede-oprichter Ilya Zhitomirskiy zelfmoord, waardoor Diaspora weer even media-aandacht kreeg.
Ondanks dat de ontwikkeling van Diaspora steeds langzamer ging, kreeg het begin 2012 het predicaat bèta. De oprichters en ontwikkelaars kregen steeds meer kritiek te verduren over hoe ze het Diaspora-project runden en besloten in augustus 2012 het project over te dragen aan de gemeenschap. Sindsdien proberen vrijwilligers Diaspora levend te houden, maar de ontwikkeling van de software gaat langzaam en het sociale netwerk heeft moeite gebruikers vast te houden. Ondanks de geleidelijke terugval lijkt het netwerk nog steeds het populairst onder de hier beschreven sociale netwerken. Schattingen over het aantal gebruikersaccounts liggen tussen vierhonderdduizend en ruim één miljoen. Een groot deel daarvan is echter inactief. Een Diaspora-server die deze gebruikersaccounts herbergt heet een pod.
Diaspora is trots op zijn zogenaamde aspects, waarmee je de mogelijkheid hebt om je contacten in groepen te verdelen en daar weer specifiek berichten mee te delen. Diaspora-fans zeggen dat Google+ het 'gejat' heeft voor zijn circles. Je kunt je ook afvragen of Diaspora het weer niet van Facebook heeft gejat, die al eerder deze mogelijkheid had, maar er niet mee te koop liep. Deze functionaliteit wordt trouwens door de meeste hier beschreven sociale netwerken geboden.
Het aantal mogelijkheden van Diaspora valt tegen. Het is allemaal rechttoe rechtaan, wat het er wel gebruiksvriendelijker op maakt. Zo kent Diaspora geen profielpagina's en geen fotoboeken.
Uniek voor Diaspora is de mogelijkheid om je op bepaalde hashtags (lees: onderwerpen) te abonneren. Vergelijkbaar, maar niet helemaal met tracked tags op Tumblr. Berichten kunnen automatisch worden gecrosspost op Facebook, Twitter en Tumblr.
Er zijn meerdere Android- en iOS-apps voor Diaspora. Je kunt op je smartphone je Diaspora-account ook met een aangepast browseruiterlijk benaderen. Diaspora is ook in het Nederlands.
Schermafdruk
2. Friendica
De nummer twee van de hier getoonde gedecentraliseerde sociale netwerken is Friendica. Dit project van Mike Macgirvin en consorten bestaat al sinds 2010 en heeft de ambitie om meer te zijn dan alleen een sociaal netwerk. Dat ze hierin aardig slagen blijkt wel uit de lijst met mogelijkheden. Friendica is een Zwitsers zakmes. Wat ook gelijk zijn zwakke punt is, omdat hierdoor Friendica overweldigend kan zijn. Daarbij komt nog de archaïsche interface, waardoor potentiële gebruikers, ondanks dat deze aanpasbaar is, wel eens afgeschrikt kunnen worden. Aan de andere kant kan Friendica met zijn waaier aan mogelijkheden ook goed in bedrijven ingezet worden.
Standaard staat sinds kort veel functionaliteit uit in Friendica om tegemoet te komen aan deze kritiek. Daarnaast kan Friendica nog verder worden uitgebreid door plugins. Uiteraard zijn plugins het domein van de serverbeheerder en hebben gewone gebruikers er minder vaak mee te maken. Kritiek is wel dat meerder plugins slecht door hun makers worden onderhouden en buggy zijn.
Friendica valt het meest op door de mogelijkheid om met een grote hoeveelheid andere sociale netwerken te communiceren. Bij sommige daarvan werkt het twee kanten op. Zo kunnen Facebook- en Twitter-berichten met Friendica worden gesynchroniseerd. Of je Friendica-timeline dan nog fijn te gebruiken is, is de vraag, maar voor sommige gebruikers kan het de overstap wellicht gemakkelijker maken. Bovendien vereist dit een krachtige webserver.
Met Diaspora is de integratie nog groter. Diaspora-gebruikers kunnen vanuit Friendica worden gevolgd en vice versa. Op een groter aantal sociale netwerken kan er alleen gecrosspost worden. Zoals op Tumblr, WordPress, App.net, Libertree, en uiteraard ook op Facebook en Twitter. Crossposten is alleen mogelijk wanneer de serverbeheerder de nodige plugins heeft geactiveerd en geconfigureerd.
Waar Friendica ook goede sier mee maakt zijn de fijnmazige privacy-instellingen. Connecties (vrienden) kunnen net als bij Diaspora in groepen worden verdeeld, waar op voorhand privacy-instellingen aan gekoppeld kunnen worden. Tevens kan er per groep of gebruiker een aparte profielpagina ingericht worden. Inderdaad, Friendica heeft in tegenstelling tot Diaspora wel profielpagina's, en ook fotoboeken en agenda's.
Je kunt in Friendica ook tot in de kleinste details aangeven met wie je berichten wil delen. Hiermee komt gelijk een minpunt naar boven, omdat het een heidens karwei is om dit elke keer in te stellen. Wat dat betreft is door zijn eenvoud Diaspora, maar ook het hierna beschreven Libertree veel gebruiksvriendelijker. Friendica is net als Diaspora in het Nederlands vertaald en heeft een aangepast browserthema voor smartphones.
Het gaat hier te ver om alle mogelijkheden van Friendica op te noemen, maar noemenswaardig is onder meer de op Facebook ontbrekende dislike-knop. Verder valt het op dat Friendica makkelijk met andere webprotocollen en -applicaties kan samenwerken, zoals WebRTC, IRC en XMPP.
Ondanks of misschien wel dankzij al deze mogelijkheden is Friendica bij lange na niet zo populair als Diaspora. Mensen op Friendica zijn hoofdzakelijk programmeurs, online privacy-vechters en open-source-enthousiastelingen. Op Diaspora is het publiek meer gemêleerd. Daarentegen is er ook veel overlap tussen de twee. Onze indruk is trouwens wel dat de mensen op Friendica actiever zijn dan die op Diaspora en dat dat op Friendica toeneemt, maar op Diaspora afneemt.
Toch heeft Friendica met hetzelfde probleem te maken als Diaspora. Softwareontwikkelaars zijn de laatste tijd minder geïnteresseerd in het project, met als resultaat dat de ontwikkeling trager gaat. Voor Friendica heeft dat een oorzaak. Projectleider Macgirvin heeft Friendica (officieel) verlaten in het voordeel van een nog ambitieuzer project, de Red Matrix.
Schermafdruk
3. Red Matrix
De Red Matrix is volgens de makers niet de opvolger van Friendica, maar een compleet nieuw concept. Toch lijkt het aan de buitenkant wel erg veel op elkaar. Het kan meer gezien worden als een kruising tussen een CMS en een sociaal netwerk. Kern van de Red Matrix is Zot, een nieuw ontworpen internetprotocol, misschien nog wel het meest te vergelijken met OAuth. Het zorgt ervoor dat mensen op een veilige manier worden herkend door de verschillende Red-sites. Ook zijn gebruikers compleet nomadisch, wat inhoudt dat ze hun Zot-identiteit naar een willekeurige Red-server kunnen verplaatsen. Was Friendica al geschikt om binnen bedrijven gebruikt te worden, de Red Matrix heeft deze potentie nog veel meer.
Momenteel is de sociale netwerk-functionaliteit van de Red Matrix te vergelijken met Friendica. Het ziet er wat gelikter uit en loopt soepeler. Dat laatste komt waarschijnlijk doordat de uitgebreide integratie met andere sociale netwerksites ontbreekt en dat ook veel weinig gebruikte functies en plugins van Friendica zijn verwijderd. De Red Matrix kiest ook een andere benadering voor de timelines van gebruikers en groepen. Deze worden channels genoemd. Een gebruiker kan tegelijkertijd meerdere channels beheren.
Zoals gezegd kan de Red Matrix ook als CMS gebruikt worden. Zo kunnen er webpagina's in aangemaakt worden, en bestanden en bookmarks worden beheerd. De ontwikkeling van de Red Matrix gaat snel, dus op het moment dat je dit leest zijn er ongetwijfeld nieuwe mogelijkheden toegevoegd. Momenteel is er nog geen Nederlandse vertaling beschikbaar, maar die is wel in de maak.
De makers zeggen dat Friendica en de Red Matrix naast elkaar kunnen bestaan. Of dat door de geringe omvang van beide projecten ook werkelijkheid wordt is nog de vraag. Het zal beter zijn wanneer de twee op een transparante manier met elkaar kunnen communiceren. Op dit moment raden wij Friendica aan, omdat daar momenteel meer mensen van gebruik maken en omdat de Red Matrix nog niet geschikt gemaakt is voor smartphones. Hou de Red Matrix echter goed in de gaten.
Schermafdruk
4. Libertree
Libertree is de new kid on the block. Dit sociale netwerk maakt gebruik van het internetprotocol XMPP en is sterk in opmars. Het kent een erg actieve en enthousiaste community van meer dan alleen techneuten. Libertree zegt dat het nog in een alfafase zit, maar veel werkt nu al naar behoren.
Om zijn decentrale structuur begrijpelijker te maken, gebruikt Libertree een analogie. Een boom is een Libertree-server, waarvan de bladeren de verschillende gebruikers zijn. Het bos is uiteraard het hele Libertree-netwerk. Daarnaast zijn er ook rivieren en stroompjes, waarmee er op onderwerp gefilterd kan worden, en fonteinen, waar favoriete berichten in bewaard kunnen worden.
Nadeel is momenteel dat je, ondanks dat je je contacten in groepen kan indelen, je hiermee niet specifiek berichten kan delen. Je kan alleen kiezen tussen het hele internet, het bos (iedereen op Libertree) of de boom (iedereen op jouw Libertree-server). Een ander groot minpunt is dat gebruikers geen behoorlijke profielpagina hebben. Ook is er nog geen Nederlandse vertaling. Laten we hopen dat al deze functies in de bèta-versie van Libertree zitten. Hoe snel dat zal zijn is giswerk, want ondanks de groeiende hoeveelheid gebruikers is het vaste ontwikkelteam van Libertree maar tot twee personen beperkt.
Schermafdruk
5. Lorea
De laatste die we behandelen is Lorea, ontstaan uit de wens van Spaanse activisten om veilig, ver weg van overheden en bedrijven samen te werken. Lorea, gebaseerd op het Elgg-platform, is hier dan ook extra op gefocust. Van alle hier behandelde sociale netwerken heeft het de beste en uitgebreidste functies voor groepen. Zoals taaklijsten, wiki's, agenda's en bestandsopslag.
Gebruikt Libertree een boom als analogie, bij Lorea is dit een bloem. 'Lorea' is namelijk Baskisch voor 'bloem'. Een seed is de term die voor een Lorea-server wordt gebruikt. Volgens de makers moet een seed als één apart sociaal netwerk worden gezien, die samen een federatie van sociale netwerken vormen. De grootste seed, N-1 heeft momenteel bijna zestigduizend gebruikersaccounts.
Lorea heeft net als Friendica een uitgebreid arsenaal aan mogelijkheden om je eigen profiel op te tuigen. Zoals bookmarks, agenda's, bestanden en webpagina's. Functies die meer in de buurt komen van de Red Matrix (of eigenlijk andersom). Ook de privacy-mogelijkheden zijn goed geregeld op Lorea, met ook hier verschillende niveaus waarmee je je berichten kan delen. In tegenstelling tot de andere hier besproken netwerken kunnen berichten en gebruikers op Lorea als ongewenst gemeld worden.
Een van de nadelen van Lorea is dat het erg gericht is op Spaanse gebruikers. Zo zijn veel helpteksten en berichten in het Spaans en Catalaans. Een ander nadeel is dat Lorea-berichten niet makkelijk met andere soorten sociale netwerken gedeeld kan worden of vice versa. Zelfs Friendica kan niet crossposten op Lorea. Daarnaast is het voor sommigen onder ons misschien een nadeel dat er veel linkse activisten op Lorea zitten. Niemand houdt je echter tegen om een eigen seed op te richten voor een andere doelgroep. Lorea is nog niet in het Nederlands, maar wel in het Engels.
Schermafdruk
@Afwezig: Ok je genereert internet verkeer maar wel in afwijkende vorm, dus is het extra werk voor de NSA om ook jouw stroom binnen te zuigen en te ontleden.
En om de programmeurs die eraan werken achter te broek aan te zitten om achterdeurtjes in de software te bouwen.
Tijd voor de rebirth van Hyvves ;)
Citaat: "Wees de NSA te slim af door onder te duiken in deze relatief onbekende sociale netwerken."
.
Als je de NSA te slim af wilt zijn.... Dan zit je niet op internet, en gebruik je ook geen telefoon. Maar dan ga je niet op alternatieve sociale diensten verkeer zitten.
.
Bij al deze alternatieven genereer je ook gewoon internet verkeer... Hoe weet ik of de verbinding van mijn huis naar het wijkstation safe is?
Reageer
Preview