Lees ook:
12 Dingen om te doen met een oude iPad
Sega TeraDrive (1991)
Er komen wel vaker rare dingen uit Japan, en de Sega TeraDrive is een goed voorbeeld. Deze computer uit ’91 was een combinatie van een 286 IBM-pc en een Sega Mega Drive spelcomputer in een enkele verpakking. Het ding moest zo’n 1250 euro kosten in de meest luxe uitvoering. Dit ambivalente modelletje verdween al snel van de Japanse markt en is daarbuiten nooit verkrijgbaar geweest, waardoor ze nu bijzonder zeldzaam zijn. Verrassend was wel dat Amstrad twee jaar later in Groot-Brittannië nog met een vergelijkbaar systeem op de markt kwam dat de Mega PC werd genoemd. Toch hadden beide machines weinig tot niets met elkaar te maken – behalve dan dat ook de Mega PC erg slecht verkocht.
Be BeBox (1995)
In 1995 was Apple hard op weg naar de bodem van de put, en dus leek het voormalig Apple topman Jean-Louis Gasseé een goed moment om zelf met een nieuw platform te komen. Zijn BeBox was een dual-processor pc (twee 66MHz PowerPC’s) waarop BeOS draaide. De bedoeling was dat deze pc van 1600 dollar (basismodel) de ontwikkeling van het BeOS-platform zou stimuleren, maar uiteindelijk zijn er niet meer dan 1800 stuks van gemaakt. In 1996 werd de BeBox nog opgewaardeerd naar 133MHz processors, maar het jaar daarop besloot Be dat ze de hardware aan de wilgen zouden hangen om zich volledig op software te concentreren. Gasseé had gehoopt (en verwacht) BeOS aan Apple te kunnen slijten, maar vroeg te veel en deed te moeilijk, waardoor uiteindelijk Jobs met zijn NeXTSTEP de lachende derde werd. De rest is geschiedenis.
Apple Network Server 500 & 700 (1996)
Dit is de enige Apple computer ooit die ontworpen is om absoluut nooit een Apple OS te draaien. Mac OS was weliswaar een zeer bruikbaar besturingssysteem voor consumenten, maar het was niet geschikt voor dit soort krachtige PowerPC netwerkservers. Dus koos Apple voor IBM’s AIX OS op Unix-basis. Deze monsters van 11.000 tot 19.000 dollar waren geen Macs – er zat zelfs een ROM in die moest voorkomen dat Mac OS erop kon booten. Gezien de hoge prijs en de bizarre familiegeschiedenis zal het niemand verbazen dat beide modellen van de Apple Network Server tegenwoordig tamelijk zeldzaam zijn. Wees er een beetje lief voor, als je er nog eentje hebt staan, ergens in een magazijntje.
AT&T EO Personal Communicator 440 (1993)
De iPad is weliswaar de eerste echt succesvolle tablet-pc, maar het hele tablet-concept is al minstens twintig jaar oud. In het begin van de jaren ’90 kwam er zelfs een hele stroom op gang van vroege monochrome tabletjes, waarop soms hele rare besturingssystemen draaiden.
Een geinig voorbeeld is de onderstaande EO van AT&T, die het PenPoint OS liet draaien op de nog obscuurdere AT&T Hobbit CPU. Hij moest zo’n 3000 dollar kosten en er zat een draadloos inbelmodem in dat geschikt was voor gesprekken, fax en email. Dat was destijds tamelijk revolutionair, maar de verkoop viel tegen, en in 1994 verdween het ding weer van de markt.
Tiger Learning Computer (1997)
Er zijn stukken geschiedenis waar Apple-liefhebbers liever niet aan herinnerd willen worden, en dit is zo’n historische vergissing. Tiger Electronics bedacht in de jaren ’90 een kindercomputer die gebaseerd was op gelicenseerde hardware uit de Apple II-lijn, uit de jaren ’70 en ’80. Het ding zag eruit als een laptop, met op de plaats waar w etegenwoordig een scherm verwachten (het ding moest je aansluiten op een TV) plek voor cartridges met ‘aansprekende software’ als een toen al verouderde versie van AppleWorks 4.3, een paar antieke educatieve titels, en eentje waarop je eigen BASIC programma’s kon opslaan.
De reden dat de Tiger Learning Computer zo cool is, is dat het ding nooit verder is gekomen dan enkele testexemplaren voor de marketingafdeling. Absurd zeldzaam dus – maar wat wil je ook? Zelfs in 1997 was het al een ontzettend stom idee om 20 jaar oude techniek als kinderspeelgoed te verkopen.
Commodore CDTV (1990)
Net als Atari had Commodore grote moeite om zijn meest veelbelovende vindingen uit de jaren ’80 te vertalen naar de negentiger jaren. De Amiga had een enorme potentie, maar het bedrijf kon maar geen manier bedenken om het fatsoenlijk te vermarkten.
De onderstaande Commodore CDTV moest een multimediamachine worden voor de huiskamer van de toekomst. Wat dat idee opleverde was een apparaat van 1000 dollar dat in feite niet meer was dan een Amiga 500, verpakt in een Hi-fi doos en voorzien van een cd-romspeler, een TV-uitgang en een afstandsbediening. Op zich niet eens zo’n raar idee, alleen was de techniek nog niet goed genoeg om een beetje fatsoenlijke multimedia-ervaring te leveren. Commodore heeft nog geprobeerd de CDTV te redden door er een dure upgrade kit achteraan te gooien waarmee het apparaat een volwaardige pc moest worden – maar daarmee gaven ze eigenlijk al toe dat het idee achter CDTV geflopt was.
IBM ThinkPad Power serie 850 (1995)
Je verwacht het niet, maar de Apple Network Server is niet de enige computer in deze lijst die draaide op IBM AIX. De ThinkPad 850 deed het ook, sterker nog: ook deze laptop gebruikte een PowerPC CPU. Maar IBM koos dan ook juist voor het AIX OS in deze laptop van 6700 dollar omdat zowel OS/2 als Windows NT op dat moment nog niet lekker wilden draaien op PowerPC.
PowerPC ontstond uit een bizarre samenwerking tussen drie fanatieke concurrenten (Apple, IBM en Motorola) die elk voor zich hoopten de pc-markt uit de klauwen van Intel te redden. Allemaal maakten ze PowerPC computers, maar uiteindelijk lukte het alleen Apple daar enig succes mee te behalen. En dat verklaart waarom PowerPC machines die geen servers en niet van Apple zijn, zoals deze 850, tegenwoordig zeer zeldzaam zijn.
Atari Falcon030 (1992)
De 32-bits Falcon030 was de laatste poging van Atari om nog iets substantieels te doen op de computermarkt, voor het besloot de aandacht geheel te richten op de Jaguar gameconsole. Maar het was geen slechte poging: voor 1300 dollar kreeg je een 16MHz 68030 processor, een interne harde schijf, zeer geavanceerde graphics (voor een Atari dan), MIDI-poorten, en vooral: de mogelijkheid om geluid met CD-kwaliteit te verwerken.
De Falcon was populair bij hetzelfde publiek van MIDI-sequencers dat eerder al zo blij was met het Atari ST platform, maar hij deed helemaal niets onder het publiek dat al met handen en voeten aan het Wintel-platform was gebonden. De paar Falcons die uiteindelijk geproduceerd zijn worden nog immer gekoesterd door hun eigenaren.
Apple Macintosh TV (1993)
De Macintosh TV was in feite een Mac, een kabel-tv en een CD stereoinstallatie ineen – en hij was nergens echt goed in. Om onduidelijke redenen had Apple de databussnelheid beperkt en kon ook het RAM nauwelijks worden uitgebreid. Er zat een tunerkaart in, maar je kon geen stilstaande beelden maken van het videospoor en tv-kijken kon alleen full-screen. En daar betaalde je dan 2080 dollar voor.
Alsof Apple zelf ook wel inzag dat er een paar levensgrote gaten in de propositie zaten, lieten ze er slechts 10.000 produceren en werd er nauwelijks enige ruchtbaarheid aan gegeven. De enige reden dat deze zeldzame computer nog wel eens wordt aangehaald is vanwege zijn stijlvolle zwarte kast.
Canon object.station 41 (1994)
Nadat Steve Jobs Apple in 1985 had verlaten, begon hij met NeXT, waar een heel nieuw platform werd opgebouwd rond een Unix-achtig OS met de naam NeXTSTEP. NeXT produceerde van 1988 tot 1993 een hele computerlijn (tegenwoordig allemaal verzamelobjecten), waarna de hardware werd losgelaten en het bedrijf zich volledig op software ging concentreren.
In 1994 kwam Canon, dat zelf een aandeel in NeXT had, met een eigen NeXTSTEP 486-machine: de object.station 41. Helaas bleek het NeXTSTEP OS niet populair genoeg; de object.station verkocht niet best. Maar vergis je niet: alle moderne Macs draaien op OS X, wat weer gebaseerd is op NeXTSTEP, waardoor het eigenlijk gewoon volle neefjes zijn van dit moedige Canon-initiatief.
Atari ST Book (1991)
In 1991 heeft Atari in Europa korte tijd een superdunne laptop gehad binnen de 16-bits Atari ST-lijn. De ST Book was de opvolger van de Atari STacy laptop uit 1989, maar om hem zo klein te maken (3,5cm dik, 2,2kg licht), moesten ze wel de floppydrive opofferen. De maten waren zeker indrukwekkend voor die tijd, maar dat had wel een prijs: de plastic behuizing bleek tamelijk kwetsbaar, en ook het LCD-scherm was erg gevoelig. Misschien dat Atari daarom voor alle zekerheid besloot al na 1000 stuks de productie te staken.
Tadpole ALPHAbook 1 (1996)
In de vroege jaren ’90 was de Alpha microprocessor van DEC de snelste CPU ter wereld. Door de unieke architectuur en de hoge prijs vond je hem alleen terug in de bovenkant van de servermarkt, waar hij een aardige tijd succesvol is geweest. Waar je hem niet zou verwachten, was in een notebook – maar dat was precies waar Tadpole Computer hem in 1996 in stopte (een 233MHz-versie).
De ALPHAbook 1 was de eerste en enige ALPHA laptop, waardoor het nu een gewild verzamelobject is voor echte Unix-fans. Door de prijs van 13.950 dollar en de afwijkende architectuur was er nauwelijks een markt voor, en deze laptops zijn dan ook zeer zeldzaam.
Gateway 2000 Destination PC (1996)
Er zijn nogal wat vruchteloze pogingen gewaagd om de pc de woonkamer in te krijgen. Eerder zagen we hier al de Commodore CDTV en de Macintosh TV voorbijkomen, en hieronder zie je de Gateway Destination PC staan: een multimediamonster op Windows-basis, waar je voor 4000 dollar een echte 100 kilo zware 36-inch (91,5cm) monitor bij kreeg! Dat het ding een maximale resolutie had van 800x600 was natuurlijk wel een beetje jammer.
Dankzij een TV-tuner kon je kabel-TV kijken terwijl je Windows Solitaire speelde, en dankzij het draadloze toetsenbord en de staartloze muis kon dat vanuit je luie stoel. Maar de prijs verpeste het feestje voor Gateway. De Destination heeft zijn bestemming nooit gehaald.
HP Omnibook 300 (1993)
HP’s Omnibook 300 was destijds de kleinste pc met een volledig toetsenbord en een volwaardig VGA-scherm. De laptop met 386-processor woog maar 1,3 kilo en werd geleverd met Microsoft Word en Excel op ROM: direct beschikbaar met een simpele druk op de knop. Maar de meest opvallende eigenschap was een verborgen muisje dat je ergens in de zij van het apparaat kon opbergen als je hem niet gebruikte.
Ondanks al die noviteiten waren maar weinigen bereid de pakweg 2000 dollar neer te tellen voor de Omnibook, vooral niet omdat op dat moment een hele golf draagbare pc’s de markt op kwam.
Apple Twentieth Anniversary Macintosh (1997)
Ter ere van het twintigjarig bestaan van het bedrijf kwam Apple in 1997 met de Twentieth Anniversary Macintosh, waarin je met wat goede wil al de latere LCD-scherm iMacs in kunt herkennen. Het was een fraai staaltje design, maar het ding koste 7500 dollar en Apple liet er niet meer dan 11.000 stuks van produceren – wat dat betreft leek hij in de verste verte niet op de zo toegankelijke iMac die een jaar later op de markt verscheen. Maar als je er nog een hebt staan, moet je er zuinig op zijn, want deze Apple computers zijn bijzonder zeldzaam geworden.
Grappig, ik ken iemand die twee van die computers gehad heeft.
Reageer
Preview