
De wolkbreuk waar niemand over spreekt
Cloud computing distribueert niet alleen resources, het distribueert ook risico - overal.
Cloud computing distribueert niet alleen resources, het distribueert ook risico - overal.

De wolkbreuk waar niemand over spreekt
Cloud computing distribueert niet alleen resources, het distribueert ook risico - overal.
In het recente verleden ben ik best cynisch geweest over de cloud en heb ik me gestoord aan het aldoor doordreunende oorlogsgedrum van de marktingmachines erachter. Toch moet ik onderkennen dat de migratie naar de cloud sneller verloopt dan ik aanvankelijk had gedacht. Hiervan is de 'all-in'-mentaliteit van Microsoft met Windows 8 een goed voorbeeld.
Toch betwijfel ik of we genoeg over de implicaties hebben gesproken.
Het voordeel van het gebruik van een publieke clouddienst is eenvoudig te begrijpen. Je hoeft geen dure lokale opslag te betalen, geen lokale servers te onderhouden en je bent minder geld kwijt aan stroom en koeling. Daarbij kun je met minder IT-personeel af. Wanneer je met een muisklik een nieuwe server kunt activeren bij je provider, hoef je niet na te denken over de racks en zelfs niet over het beheer van je eigen VM's. Je laat 'hen' al deze zaken afhandelen. Kan het nog beter?
Cloud voelt als dichtbij
Goede vraag. Over het algemeen gesproken, kan deze vraag beantwoord worden door te kijken naar datasnelheden, latency en beschikbaarheid. Vandaag de dag hebben talloze stedelijke gebieden glazvezel ligen. Een 100Mb- of zelfs een gigabit-verbinding is vandaag de dag goedkoper dan een T1-lijn. Door de uitbreiding en onderlinge verbondenheid van deze netwerken, is de netwerkvertraging (latency) tussen kantoren en service providers maar iets groter dan in je lokale LAN. Het maakt dus weinig verschil of je clouddienst in je kelder wordt gedraaid of op 500 kilometer afstand. Dit is een grote toegevoegde waarde: Een publieke clouddienst heeft dezelfde 'look-and-feel' als een lokale dienst.
Maar wat denk je? High-end, onverwoestbare pijpleidingen liggen nog nergens. En zonder deze, wordt de toegevoegde waarde van een publieke clouddienst vrij klein.
Dan is er nog de belangrijke kwestie van beschikbaarheid. Natuurlijk kan de netwerkvertraging tussen jouw kantoorpanden en de cloudprovider maar 10ms bedragen, maar wat gebeurt er wanneer iets of iemand de lijn vertraagt en de latency laat oplopen naar veel hogere waarden? Het zou zomaar kunnen dat binnen jouw organisatie honderden medewerkers opeens niets meer te doen hebben. Vandaag betekent het verlies van een internetverbinding dat medewerkers nog steeds kunnen werken op lokale servers, bestanden kunnen benaderen op lokale storage en in sommige gevallen virtuele desktops kunnen blijven gebruiken wanneer deze door een virtueel cluster aangeboden wordt. Maar als al deze diensten aan de andere kant van een kilometerslange glasvezelverbinding liggen, dan stokt alles.
Redundancy: een oplossing met mitsen en maren
Hiermee heb je een case voor redundante dataverbindingen. Uiteraard is dit een goed idee, maar ze natuurlijk pas echt bruikbaar als de routes naar de gecentraliseerde data genoeg verschillen om eenzelfde problemen te voorkomen. Twee verschillende wegen naar de dienst bieden uitkomst als er ergens een malloot op het netwerk de verbinding stoort, maar wat als het punt waarop het spaak loopt dicht bij het aggregatiepunt van je lokale glasvezellijn zit? En wat te denken van het wijdverspreide effect van een natuurramp? Deze rampen hebben zich afgelopen jaar wereldwijd voorgedaan.
De impact van een natuurramp beperkt zich meestal tot de direct getroffenen. Als er aan de ene kant van het land een flinke bosbrand woedt, dan kunnen de bedrijven aan die ene kant daar last van ondervinden. Bedrijven aan de andere kant van het land voelen geen centje pijn. Maar wanneer een orkaan over het land raast of rivieren buiten hun oevers treden, dan kunnen ook gebouwen - en zelfs datacenters - getroffen worden. In een wereld waarin er geen lokale IT-resources bestaan en alles via de cloud verloopt, kan een storing bij een grote cloudfaciliteit betekenen dat bedrijven wereldwijd daar last van ondervinden.
Waarom gewoon geen beter datacenter voor de cloud bouwen? Natuurlijk kun je een gebouw uitrusten met de laatste snufjes op gebied van brandbestrijding en andere hi-tech bescherming voor het effect van natuurrampen, maar als er zich toch een aardbeving voordoet met de kracht van 8,5 op de schaal van Richter, dan is Leiden in last en kan het lang duren voordat zo'n faciliteit weer volledig operationeel is. Sterker nog, de kans bestaat dat überhaupt geen herstel mogelijk is. Natuurlijk hebben cloudproviders plannen voor disaster recovery klaarliggen, maar het is economisch niet haalbaar om iedere klant 1-op-1 vervangende resources te bieden. Het maakt daarbij niet uit of downtime gemeten wordt in dagen, weken of maanden; het gaat om de diepgang van zo'n disaster recovery-plan.
Downtime is funest
Hoeveel bedrijven ken jij die hun IT-infrastructuur aan een cloudprovider hebben uitbesteed en minstens een maand zonder hun data, inventaris, facturatie en misschien zelfs productiesystemen kunnen draaien? Wat heb je dan aan een klantenservice die niet kan bellen en niet in de systemen kan kijken?
Er komt een tijd dat een grote cloudprovider door het noodlot wordt getroffen en dat de lokale gevolgen zich uitbreiden tot een internetramp waar duizenden klanten mee te maken krijgen. Stel je voor dat bedrijven in Noord-Brabant die aan de publieke cloud hangen offline gaan door een overstroming in Zuid-Duitsland. Of door een aardbeving in IJsland. Een reëel scenario als je het mij vraagt.
Cloud computing mag best aangemoedigd worden, maar het is tegelijkertijd een radicaler verandering dan de meeste voorvechters zullen toegeven. Of je doet het goed (tegen een hogere prijs) of je calculeert meer risico in. Uiteindelijk ben jij degene die beslist om all-in met de cloud te gaan. Je vertrouwt je cloudprovider immers niet alleen je data toe, je vertrouwt aan hen ook de toekomst van je bedrijf.
Reageer
Preview